Het door de Italianen gebouwde pand aan de Rr. Ibrahim Rugova waar nu het museum House of Leaves (Shtëpia e Getheve) gehuisvest is, dateert uit 1931. Het was een initiatief van de arts Jani Basho, die voor de aankoop van de grond en de bouw daarvoor de persoonlijke toestemming van koning Zog kreeg. Hij vestigde de eerste gynaecologische privé-kliniek van Albanie.
Tijdens de Duitse bezetting in 1943/1944 werd hier het hoofdkwartier van de Gestapo gevestigd. Na de bevrijding van Albanie nam de Staatsveiligheidsdienst, de Sigurimi, het gebouw over. Haar agenten verzamelden 45 jaar lang inlichtingen over ‘vijanden van de Albanese communistische partij’ en martelden hier ook. Na 1991 kwamen er regeringskantoren in, daarna werd het gebouw verlaten. Het bleef een erg beladen gebouw, waar Albanezen, zelfs zo lang na het einde van het communisme, nog met veel huiver langsliepen…

Pas jaren later, in 2014, besloot de regering het leegstaande en verwaarloosde gebouw toe te wijzen aan het Ministerie van Cultuur en het een bestemming te geven als Nationaal Museum, Huis van de Bladeren, gewijd aan spionage.
De bladeren (leaves) hebben een dubbele betekenis: ze slaan op de bladeren van de vele bomen in de tuin van het pand, maar ook op de vele gegevens, papieren, dossiers, boeken en bestanden die tijdens het communisme werden bijgehouden van de bevolking.




De Italiaanse architecte Elisabeta Terragni maakte met een team Albanese experts het ontwerp voor het museum, dat zowel qua vormgeving (het witte trappenhuis met de zwarte bladeren is erg mooi) en inhoud zeer geslaagd is. Het museum ontving in 2020 de jaarlijkse Europese museumprijs.
Het voormalige hoofdkwartier van de Sigurimi, de gevreesde geheime politie van Hoxha, is nu een modern museum waar bezoekers zich kunnen vergapen aan de alomtegenwoordige surveillance van informanten tijdens de communistische periode. Het ging in 2017 open en biedt een ontluisterend inkijkje in het werk van de inlichtingendienst met de vele spionnen. Het museum is dan ook opgedragen aan ‘alle onschuldige mensen die wenden bespioneerd, gearresteerd, vervolgd, veroordeeld en geëxecuteerd tijdens het communistische regime’.
Er zijn negen afdelingen op de twee verdiepingen ingericht, met de volgende titels als:
- Wandluizen en andere afluistermethoden,
- Levende microfoons (de agenten van de sigurimi),
- De binnenlandse vijand,
- De buitenlandse vijand,
- Het alledaagse leven,
- Stemmen uit het verleden,
- Communisme als utopie en
- Onvoltooide verleden.



Elke afdeling heeft kamers waarin je kunt kennismaken met verschillende aspecten van de alledaagse afluistermethoden. Er zijn trainingshandleidingen waar officieren laten zien hoe ze kleine luisterapparaten in muren, fotolijsten en zelfs de zolen van schoenen plaatsen. Veel indruk maken de gefilmde interviews van slachtoffers van het regime, die thuis hun eigen gruwelijke verhaal vertellen. Horror-stories over arrestaties, verhoren en veroordelingen, tot jarenlang als slaven werken in de mijnen, verblijf in gevangenissen, internering en verbanningen van familieleden.

Op een binnenplaats achter het museum is regelmatig ruimte voor kleine tijdelijke exposities. Twee jaar geleden was er een hilarische tentoonstelling over de manier waarop buitenlandse toeristen in de jaren zeventig van de vorige eeuw in Albanie ontvangen werden. Een staatskapper knipte hun lange haren af bij de grenspost, de douane liet hen Albanese niet-decadente spijkerbroeken kopen en staatsreisorganisatie Albturist luisterde via microfoons in de lampen van hun hotelkamer hun gesprekken af.


