Albanië
Ligging & Landschap Albanië
Albanië is een klein land - ongeveer zo groot als België – in het westen van de Balkan, met een onvoorstelbare rijkdom aan landschappen, kleuren en sferen. Door haar ligging aan de Adriatische Zee heeft het in het noorden een continentale klimaat en in het midden en zuiden van het land een mediterraanse klimaat.
Albanië is een van de hoogst gelegen landen van Europa met een gemiddelde hoogte van 700 meter. Er zijn drie berggebieden. De Albanese Alpen ten noorden van de rivier de Drin, het Centrale bergland gelegen tussen de valleien van de Drin en van de Devoll en Osum, en het Zuidelijke bergland ten zuiden van de Devoll. De hoogste bergentoppen reiken hier bijna tot 2500 meter. De Albanezen noemen ze liefdevol Baba Tomorr, papa Tomorr oftewel ‘de leeuwen die de deur van Albanië bewaken’. Onder Albanië bevindt zich de grens tussen de Euraziatische en de Afrikaanse tektonische plaat, waardoor er aardbevingen kunnen voorkomen. De laatste was in 2020.

Aan de Adriatische kust ligt de Westelijke laagvlakte met een kustlijn van 300 km, waaronder de Albanese Riviera aan de Ionische Zee. Langs de Adriatische kust zijn er lange zandstranden. Talrijke rivieren komen in de zee uit. Het land beschikt over een overvloed van waterkracht. Er zijn 11 belangrijke rivieren met 152 zijtakken. In het oosten, aan de grens met Macedonië, zijn een paar grote meren zoals als het Meer van Ohrid en het Prespameer die beide zeer diep en visrijk zijn. De rivieren en meren worden gebruikt voor bevloeiing, voor opwekking van elektriciteit, voor de visvangst en voor toerisme.
Het landschap is nog redelijk ongerept, ideaal voor planten en dieren. In het waddengebied aan de Adriatische kust zijn er veel broedplaatsen van water- en moerasvogels. Er wordt veel overwinterd. In het Meer van Shkodër en de Buna die er in uitkomt zijn grote vogelpopulaties. Er zijn 360 soorten geteld, waaronder pelikanen, aalscholvers, lepelreigers, grauwe reigers en talloze soorten eenden. Moerasplanten zorgen voor een groen tapijt. Het meer zit vol vis, onder andere karpers en forellen. En ook paling, moeralen en zeepaling. Met een beetje geluk zie je ook zeehonden, robben en dolfijnen.
In de wouden zitten nog wilde dieren als wolven, beren, wilde zwijnen, gemzen, lynxen en andere wilde katsoorten. In het hooggebergte zijn arenden. In vochtige gebieden slangen en adders.
De vegetatie is divers. Er zijn 3000 verschillende plantensoorten. Veel planten komen alleen in Albanië of omgeving voor, waaronder heilzame kruiden die voor medicinale doeleinden gebruikt worden. Enige wouden zijn vanwege de vele soorten tot Nationaal Park zijn uitgeroepen. Er zijn hier nog maar weinig voorzieningen.
De taal van Albanië
In Albanië wordt Albanees gesproken. Het is de officiële taal van Albanië. Volgens de meeste wetenschappers stamt het Albanees uit het Illyrisch. Daarmee is het samen met de Armeense en Griekse taal één van de oudste Indo-Europeese talen. De taal heeft de invloeden van zowel tijd als diverse bezetters kunnen doorstaan. Ondanks de Griekse, Romeinse en Ottomaanse invloeden heeft het eigen karakter weten te bewaren. Het Albanees wordt behalve in Albanië en Kosovo gesproken in Zuid-Italië, en ook in delen van Macedonië, Montenegro en Noord-Griekenland (Epirus). Ook Albanezen in de diaspora (Canada, Amerika, Europa, Turkije en Egypte) spreken Albanees. De geschreven taal heeft zich langzaam ontwikkeld. In 1908 werd definitief gekozen voor het Latijnse alfabet.
Een deel van de bevolking spreekt ook andere talen zoals Engels, Duits, Frans, Russisch, Grieks en Italiaans. De oudere generatie die tijdens het communisme op school zat, heeft Russisch en Frans gehad. Grote kans dat u met een beetje Frans uit de voeten kunt. De jongere generatie spreekt goed Engels, ook Italiaans, Duits en Frans.
Doordat de Albanezen verbinding met de Europese Unie zoeken, wordt het leren van moderne vreemde talen behoorlijk gestimuleerd zowel thuis als op school. Vele Albanesen die etnisch Grieks zijn of naar Griekenland of Italië zijn geëmigreerd en teruggekomen, spreken deze talen. In banken, overheidsinstellingen en (grotere) restaurants kun je met Engels goed terecht.

Bevolking Albanië
Albanië telt ongeveer 2,8 miljoen inwoners van wie naar schatting 95 procent etnisch Albanees zijn. De grootste minderheid vormen de Grieken die vooral in het zuidwesten wonen. Andere minderheidsgroepen zijn de Vlachen, Slaven en Roma.
In Albanië onderscheidt men de mensen van het noorden en die van het zuiden. De noordelingen worden 'Gegën' genoemd; de zuiderlingen 'Toskën'. De grens tussen de twee landsdelen wordt gevormd door de Shkumbin rivier. In het dal van de Shkumbin bouwden de Romeinen hun doorgangsweg: de Via Egnatia. De 'Gegen' leefden geisoleerder in de hoge bergen, terwijl de Tosken die zich op lagere gebieden leefden, ontwikkelden zich meer. De Tosken hebben het breder dan de Gegen en maken graag grappen over de Gegen, de holbewoners.
De Albanese bevolking zou een reden op zich kunnen zijn voor een bezoek aan Albanië. Albanezen als volk zijn zeer gastvrij en behulpzaam zowel onderling als met buitenlanders. Waar vind je zoveel vriendelijkheid, zoveel openheid en onbevangenheid? Vooral in de minder toeristische delen van het land zijn mensen gek op buitenlandse gasten. De toestromende Duitsers, Nederlanders en Polsen vertegenwoordigen voor hen een wereld van overvloed en vrijheid.
Uit gastvrijheid zouden mensen hun bed aan je afstaan en hun laatste kruimel met je delen. Heb je iets nodig, ben je in nood? Ze zullen je altijd helpen. Vaak wordt je naar binnen uitgenodigd voor een drankje en een zoet snoepje of turks fruit. Dit heet ‘qerasja’ in het Nederlands ‘traktatie’. Vervolgens word je meer aangeboden, afhankelijk van de situatie. Een Albanees gaat zo ver in zijn gastvrijheid dat indien een vijand bij hem s’nachts zou aankloppen uit nood en onderdak of bescherming zou vragen, dan wordt dat geboden, ondanks dat ze soms zichzelf in gevaar zouden kunnen brengen. ‘Mijn huis is uw huis’, zeggen ze om de onverwachte gast gerust te stellen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vonden vele joden vonden onderdak in Albanië. Geen een werd overgeleverd aan de Duitsers. Dit is niet het enige voorbeeld dat vertelt dat de Albanezen als volk bekend staan om hun solidariteit, moed, daadkracht en bereidheid risico's te nemen.

Nationale Feestdagen Albanië
Albanië kent de volgende nationale feestdagen:
- Nieuwjaar (1 januari),
- Zomerdag (14 maart),
- Lentefeest (22 maart),
- Dag van de Arbeid (1 mei),
- Dag van Moeder Teresa (19 oktober),
- Onafhankelijkheidsdag (28 november),
- Bevrijdingsdag (29 november).
- Religieuze feestdagen:
- Ramadan, Suikerfeest en het Offerfeest
- Pasen, Hemelvaart, Pinksteren en Kerstmis
Religie Albanië
In Albanië zijn drie religies sterk vertegenwoordigd: het Grieks-orthodox geloof (zuid & zuid-oost Albanië), het rooms-katholicisme (noord-Albanië) en de islam (midden en west Albanië). De verdeling ligt ongeveer op een 20/20/60 %. Die meerderheid van de moslims maakt dat het land als een islamitisch land wordt gezien als je het puur uit de cijfers zou afleiden, maar wie goed kijkt zal zien dat er in Albanië, als voormalig communistisch land het anders aan toe gaat dan in menig islamitische landen.
Wie in de hoofdsteden over straat loopt ziet dat vrouwen met hoofddoekjes zeldzaam zijn, minaretten er nauwelijks zijn en alleen op vrijdagmiddag is er, voor wie luistert, een oproep tot gebed te horen. Een paar generaties Albanezen zijn zonder geloof opgegroeid. Ze volgend de tradities van hun families, doen mee met de festiviteiten omdat het zo hoort, maar zijn zelf geen belijdende moslims of christenen. Ze neigen meer naar atheïsten of agnosten die enkele gebruiken nahouden mede wegens culturele redenen. Dat heeft natuurlijk een reden.
In 1967 verbood dictator Hoxha, geïnspireerd door de Chinese culturele revolutie, alle religie, zowel in de publieke als in de privésfeer. Vrijwel alle kerken, kloosters, moskeeën en tekkes, gebedshuizen werden gesloopt of omgebouwd tot sporthallen of buurtcentra. Tal van geestelijken en gelovigen verdwenen achter slot en grendel of werden, vaak zonder enige vorm van proces, vermoord.

Na de val het communisme, in 1990, kwam God heel langzaam terug in Albanië. In het ooit zo katholieke Shkodër trokken de eerste missen duizenden belangstellenden. In Tirana verschenen westerse evangelisten van allerlei soorten en naast het Skanderbeg-plein opende een enorme Albanees-orthodoxe kerk de poorten. Uit Turkije en het Midden-Oosten kwamen islamitische zendelingen naar Albanië, soms met een goed gevulde portemonnee. Maar de belangstelling was beperkt.
Het gebrek aan religieuze bevlogenheid is mede te verklaren uit het feit dat alle godsdienst hier altijd uitheems was en is. De islam kwam uit Istanbul, en verder weg Arabië, het katholicisme uit Rome en het Grieks van de orthodoxe eredienst. De albanesen zelf geloven dat hun werkelijke geloof 'het albanisme' is. Dit naar een gedicht van Pashko Vasa, de dichter die de Albanezen liever verenigd onder de vlag van Skanderbeg (de nationale held) zag, dan verdeeld in allerlei geloofsstromingen.
Weer & Klimaat
Albanië kent een Middellands zeeklimaat. De zomers zijn heet en droog, winters mild en nat. Hoe hoger je komt hoe meer variatie er is. Van mei tot oktober kun je in de zee zwemmen met watertemperaturen van ca. 23 C. Aan de kust zijn er 270 tot 300 zonnige dagen. In de buurt van de zee is er altijd een verfrissende bries. In het hooggebergte in het noorden en oosten van het land is er van november tot maart kans op sneeuw.
De beste reistijd voor Albanië is het voorjaar. Dan staan de appel- en kersenbomen in volle bloei en sieren vele bloemen het landschap. Ook de vroege herfst (september en oktober) is een aangename reistijd.
Klimaattabel:
De vier cijfers die telkens worden genoemd zijn van links naar rechts: de gemiddelde maximum temperatuur in graden Celsius, aantal zonuren per dag en het aantal dagen per maand met minimaal 1 mm-neerslag per dag.
Maand |
Gem Max Temperatuur | Zonuren p/d | Aantal dagen p/m met neerslag |
Januari | 8 | 4 | 13 |
Februari | 7 | 4 | 12 |
Maart | 10 | 5 | 13 |
April | 15 | 6 | 13 |
Mei | 24 | 8 | 10 |
Juni | 29 | 10 | 8 |
Juli | 31 | 11 | 5 |
Augustus | 32 | 10 | 6 |
September | 27 | 8 | 7 |
Oktober | 22 | 7 | 9 |
November | 17 | 4 | 16 |
December | 13 | 3 | 16 |
Economie
De economie van Albanië is kansrijk maar komt niet voor iedereen van de krap drie miljoen inwoners zelf goed van de grond. Naast een kleine groep rijke Albanezen is er een grote groep die maar nauwelijks het hoofd boven water houdt. Veel jongeren ontvluchten het land in de hoop hun familie te kunnen helpen en een bestaan voor zichzelf op te bouwen. De economische maar ook de intellectuele vlucht zou je het grote drama van huidig Albanië kunnen noemen.
Toerisme is de hoop van het land, en de verwachtingen zijn groot. Travelling Albania hoopt bij de dragen, niet alleen aan de bekendheid van Albanië als land van natuur, historie en strand, maar ook aan verbetering van het leven van gewone Albanezen.
Benieuwd naar de landinformatie van buurland Noord-Macedonië? klik hier.